De vleesconsumptie is in 2003 toegenomen
De stijging van de vleesconsumptie in 2003 deed zich voor bij alle vleessoorten. Alleen lamsvlees werd iets voorzichtiger gevraagd. Varkensvlees staat met een aandeel van 60 procent in de top van de consumentenfavorieten, waarvan de consumptie vorig jaar met ruim een kilogram steeg naar 55,1 kilogram. Ook naar pluimveevlees was veel vraag en dit steeg eveneens met één kilogram naar 10,8 kilogram. In het geval van rundvlees speelde de BSE-crisis nauwelijks meer een rol; dankzij het grotere consumentenvertrouwen steeg de consumptie per hoofd van de bevolking tot 12,8 kilogram.
De hogere import dekt de vraag
In 2003 kon de grotere vraag naar vlees slechts gedeeltelijk worden gedekt door een hogere eigen productie: de bruto eigen productie steeg met slechts 0,1 procent tot een totaal van ruim 6,88 miljoen ton. Hoewel er nog nooit zoveel binnenlands varkensvlees en pluimveevlees is geproduceerd als in 2003, was de productiestijging niet voldoende om aan de totale vraag te voldoen. Aan de extra marktvraag werd voldaan door een hogere vleesimport, die met 3,2 procent groeide tot 2,41 miljoen ton, waarmee de export werd overtroffen, die met 0,6 procent groeide tot 1,88 miljoen ton.
Voor rundvlees werd het herstel van de vraag tenietgedaan door een aanzienlijke daling van de binnenlandse productie. Hogere importen, een kleiner exportvolume en de liquidatie van voorraden brachten de markt in evenwicht.
Er waren sterke bewegingen in de buitenlandse handel in levende dieren. Terwijl de import met 18 procent steeg, daalde de export in dezelfde mate. De sterke stijging van de import was vooral te danken aan de aanzienlijk toegenomen aanvoer van levende varkens uit Nederland en Denemarken. Bij de export daalde de hoeveelheid varkens en pluimvee, omgerekend naar slachtgewicht, duidelijk. Bij de rundvee was sprake van een lichte winst door de sterke export van kalveren naar Nederland.
Omdat de totale consumptie in 2003 sneller toenam dan de interne productie, daalde de mate van zelfvoorziening met drie procentpunten tot 92 procent.
Bron: Bonn [ZMP]