ZDG bekritiseert de belangrijkste punten voor de etikettering van de veehouderij door de staat

Gisteren presenteerde de federale minister van Voedsel en Landbouw, Cem Özdemir, de hoekstenen voor de verplichte etikettering van de veehouderij door de staat. Dit moet in de toekomst duidelijk aangeven hoe een dier werd gehouden. Özdemir laat de vraag onbeantwoord hoe boeren die hun stallen willen ombouwen voor een beter dierenwelzijn, op lange termijn planningszekerheid kunnen krijgen om de noodzakelijke investeringen te financieren. Friedrich-Otto Ripke, voorzitter van de Centrale Vereniging van de Duitse Pluimvee-industrie (ZDG), ziet dit als de belangrijkste zwakte van het kernthema: "Zolang Duitse veehouders niet duidelijk zijn over hoe ze de omschakeling kunnen financieren, veehouderijlabel blijft een loze belofte en kan in de praktijk geen uitvoering vinden.”

Ripke ziet politiek en handel als een plicht om Duitsland als vestigingsplaats voor vee te behouden. Er kan alleen serieuze vooruitgang worden geboekt op het gebied van dierenwelzijn als lokale boeren worden meegenomen. In een internationale vergelijking zijn ze nu al een rolmodel op het gebied van kwaliteit en dierenwelzijn:

“Dierenvoeding uit Duitsland is onvergelijkbaar goed! Daar is helaas al jaren geen zicht op. Politici en retailers nemen hun verantwoordelijkheid om de omschakeling ook daadwerkelijk vooruit te helpen niet waar - zonder dat er eenzijdige lasten komen te liggen bij de eigenaren van de dieren. Integendeel: een stroom van nationale circulaties heeft geleid tot enorme kostenstijgingen in de hele waardeketen, en de verschrikkelijke agressieoorlog in Oekraïne heeft deze ontwikkeling versterkt.

Onze pluimveehouders hebben hun kosten al lang niet meer kunnen dekken. Het tarief van de landbouwheffingen in Duitsland is onlangs verdubbeld. Dit zijn alarmsignalen waar iedereen, vooral politici en retailers, op moet letten. Omdat dit de voedselzekerheid van de Duitse bevolking in gevaar brengt.”

Duurzame veehouderij kan alleen met een helder financieel kader
Mogelijke oplossingen liggen volgens Ripke al op tafel: "De Nationale Competentiegroep Veestrategie (let op: de zogenaamde Commissie Borchert) heeft met brede consensus vanuit wetenschap, praktijk en verenigingen een uitgewerkt concept ontwikkeld, inclusief concrete aanbevelingen voor mogelijke financiering. Volgens schattingen bedragen de investeringen die nodig zijn voor de transformatie zo'n vier tot zes miljard euro per jaar. Het lijkt bijna bespotting als het huidige federale budget voor 2022 van ongeveer 500 miljard euro slechts één miljard belooft voor eigenaren van gezelschapsdieren. Tegelijkertijd is er in totaal 146 miljard euro beschikbaar voor het algemeen financieel beheer.

Het voeden van de Duitse bevolking met voedsel uit lokale productie moet dringend een hogere prioriteit krijgen. Meer dierenwelzijn heeft de afgelopen jaren geleid tot steeds lagere bezettingsdichtheid en daarmee tot steeds kleinere mate van zelfvoorziening. Dit leidt tot ongewenste import van voedsel met inferieure dierenwelzijns- en duurzaamheidswaarden en zet Duitsland in tijden van gebrek aan voedselvoorziening internationaal niet in een goed daglicht. De Verenigde Naties voorspellen momenteel dat ongeveer 45 miljoen mensen over de hele wereld het risico lopen op honger of ondervoeding. Daarom zouden zuiver nationale productiebeperkende eisen tijdelijk moeten worden opgeschort. Dat betekent niet dat het wordt afgeschaft.

Voor mij is de voedselzekerheid van de bevolking niet alleen een morele maar ook een fundamentele plicht van de politiek, vergelijkbaar met gezondheid. Met het oog op de omvang van de federale begroting voor 2022 kan de regering zeker een betere oplossing bedenken dan zich te laten meeslepen in de politieke details van financieringskwesties en partijstandpunten. Het stoplicht wordt opgeroepen om hier een werkbaar compromis te vinden, want de toekomstbestendige veehouderij waar Özdemir voor pleitte zal alleen slagen met een duidelijk langetermijnfinancieringskader.

Een gemengd model, waarachter de Groenen en FDP zich ook zouden kunnen scharen, zou bijvoorbeeld een door de markt gefinancierde dierenwelzijnsheffing zijn in combinatie met een extra jaarlijkse toewijzing van geoormerkte begrotingsmiddelen door het federale ministerie van Financiën (BMF) aan het federale ministerie van Voedsel en Landbouw (BMEL). Zo zou federaal minister Cem Özdemir diereneigenaren de noodzakelijke langetermijnvergoeding van extra kosten kunnen garanderen over een periode van 20 jaar. De markt zal dit op korte termijn niet kunnen betalen. In samenhang met een regelmatige evaluatie van het marktaandeel en de reële productiekosten zou een veilig financieringssysteem worden opgezet."

Etikettering van herkomst een andere belangrijke bouwsteen
Voor het succes van het gepresenteerde plan is naast de veehouderij-etikettering ook een uitgebreide en bindende etikettering van de oorsprong vereist, benadrukt Ripke: "Volgens enquêtes wil meer dan 80% van de consumenten deze transparantie voor hun consumptiebeslissingen. Het verplichte herkomstmerk moet direct politiek en technisch worden uitgewerkt, zodat het op 1 januari 2023 kan worden aangebracht. Het is een belangrijke basis voor de financiering van een dierenwelzijnsheffing.

Juist omdat de mensen in Duitsland momenteel extreem prijsgevoelig reageren op inflatie en de stijgende kosten van levensonderhoud, doen politici en retailers er goed aan naar de realiteit van de markt te kijken: 90% van de vraag naar pluimveevlees komt bijvoorbeeld van opfokniveau 2 van het dierenwelzijnsinitiatief. De consument kan niet naar steeds hogere niveaus van veeteelt worden geduwd die velen zich eenvoudigweg niet kunnen veroorloven."

Volgens Ripke staat juist daarom het financieringsvraagstuk, samen met de aanduiding van veeteelt en herkomst, hoog op de politieke agenda. Individueel en voor zichzelf zullen de drie gebieden geen oplossing vinden. "Iedereen in de Berlijnse politiek moet eindelijk een duidelijk standpunt innemen en dit snel implementeren! Dat vraagt ​​om algehele verantwoordelijkheid. Er staat te veel op het spel', zegt de ZDG-voorzitter en langdurig staatssecretaris van Landbouw.

Over de ZDG
De Centrale Vereniging van de Duitse pluimvee-industrie e. V. vertegenwoordigt als handelsmerk dak en top organisatie, de belangen van de Duitse pluimvee-industrie op nationaal en EU-niveau in de richting van politieke, officiële en professionele organisaties, het publiek en in het buitenland. De ongeveer 8.000 leden worden georganiseerd in federale en nationale verenigingen.

http://zdg-online.de 

Opmerkingen (0)

Er zijn hier nog geen reacties geplaatst

Schrijf een reactie

  1. Plaats een reactie als gast.
Bijlagen (0 / 3)
Deel je locatie