Te weinig voer voor biologische varkenshouderij

Afbeeldingsbron: Sonja Herpich / Bioland

Morgen vindt in Berlijn de speciale conferentie van landbouwministers plaats met als thema "omschakeling van de veehouderij". Het federale programma voor de omschakeling van de veehouderij is bedoeld om investeringen in soortspecifieke stalsystemen en een groot deel van de lopende meerkosten ten opzichte van de wettelijke norm op het gebied van varkenshouderij te bevorderen. Bioland kijkt kritisch naar de huidige plannen en pleit voor verbeteringen in de uitvoeringsmaatregelen. Een opmerking van Gerald Wehde, hoofd landbouwbeleid bij Bioland: 

"De ontwikkeling van biologische veeteelt is een centraal punt van de doelstelling van 30 procent biologisch land van de federale overheid. De geplande etiketteringswet, met biologisch als apart houderijniveau, vormt hiervoor al een belangrijk kader. Het federale programma om de veehouderij te reorganiseren is een andere belangrijke bouwsteen. In de huidige conceptversie ontneemt het de biologische boeren echter elke motivatie. Voor een dynamische ontwikkeling op het gebied van biologische varkenshouders moet het ministerie onder leiding van Cem Özdemir het federale programma eerlijker en gerichter maken. De bekostigingssystematiek voor de richtlijnen over de doorlopende meerkosten van de te financieren woningtypen “verse luchtstal”, “buiten/weiland” en “biologisch” moet worden aangepast. Want met het geplande uniforme plafondbedrag op alle niveaus van de veehouderij zullen biologische landbouwbedrijven ernstig worden benadeeld. Wie belooft 70 of 80 procent van de meerkosten te subsidiëren, moet dat ook voor de biologische varkenshouderij waarmaken. Bioland pleit daarom voor afschaffing van het veel te lage plafond voor biologische landbouwbedrijven. Daarnaast moet een technisch integrale berekening van de meerkosten voor biologische bedrijven als uitgangspunt worden genomen die de realiteit weerspiegelt. Met name de voerkosten en de gestegen loonkosten moeten ook in aanmerking worden genomen. Dit zijn de grootste kostenposten voor biologische bedrijven. De hoge kwaliteit van het biologische voer is een elementair onderdeel van de "biologische" vorm van houderij volgens de EU-biologische verordening, in tegenstelling tot een zuivere dierenwelzijnsclassificatie. Een dergelijke benadering zou dan ook niet meer dan logisch zijn. Anders blijven biologische bedrijven zitten met hun gestegen kosten en verliest de transformatie van de veehouderij haar grootste potentieel. Als je in 30 2030 procent biologisch areaal wilt, moet je de financiering zo organiseren dat de biologische varkenshouderij niet blijft steken bij één procent.” 

Achtergrond van het promoten van doorlopende extra kosten
Voor de ondersteuning van de lopende meerkosten plant de landbouwdienst een gedifferentieerde aanpak in functie van het aantal dieren. Dierpremies moeten 80 procent van de meerkosten ten opzichte van de wettelijke minimumnorm dekken als er jaarlijks niet meer dan 1.500 vleesvarkens of biggen worden verkocht. Bij een hoeveelheid tot 70 vleesvarkens of biggen zakt het subsidiepercentage naar 6.000 procent. De overeenkomstige subsidielimieten voor zeugen zouden tussen de 50 en 200 dieren/jaar moeten liggen.  

Externe deskundigen berekenen de doorlopende meerkosten voor de drie in aanmerking komende houderijmethoden. De bekostigingsrichtlijn voorziet in een plafond dat biologische varkenshouders duidelijk benadeelt ten opzichte van varkenshouders met andere houderijvormen. De vergoeding per dier en jaar mag niet hoger zijn dan 750 euro, vermenigvuldigd met een factor 0,05 voor vleesvarkens, 0,03 voor biggen en 0,5 voor zeugen. Voor een vleesvarken zou dat een maximale vergoeding van 37,5 euro opleveren. Zo zouden bij een subsidiepercentage van 80 procent de doorlopende meerkosten beperkt blijven tot net geen 47 euro. Dit bedrag dekt geenszins de meerkosten van biologische varkensmesterij. Bij varkens uit een ‘frisseluchtstal’ worden de meerkosten gedekt tegen het hoogste subsidiepercentage van 70 of 80 procent bij minder dierenwelzijn, bij biologische varkens slechts rond de 30 procent. Dit geeft geen prikkel om over te stappen op biologische varkenshouderij en een hoog niveau van dierenwelzijn. Bioland pleit er daarom voor om de dop op de biologische varkenshouderij zonder vervanging uit de richtlijn te halen. 

https://www.bioland.de

Opmerkingen (0)

Er zijn hier nog geen reacties geplaatst

Schrijf een reactie

  1. Plaats een reactie als gast.
Bijlagen (0 / 3)
Deel je locatie