nieuwszender

Slechts ongeveer één op de vier Duitsers koopt broodjes bij traditionele bakkerijen

HET FEINSCHMECKER-onderzoek bevestigt de trend naar discounters

Waar koop je brood en broodjes? In opdracht van het gastronomische tijdschrift DER FEINSCHMECKER (novembernummer) heeft het Hamburgse GEWIS Instituut 1018 Duitsers tussen 16 en 65 jaar ondervraagd over hun winkelgedrag. Het bakkersgilde kan niet blij zijn met de onderzoeksresultaten: slechts ongeveer één op de vier Duitsers koopt zijn bakwaren bij de traditionele bakkerij in hun buurt.

Daarentegen zijn de verkooppunten van grote bakkers als Kamps het populairst, gevolgd door supermarktbakkerijen en discounters: 42 procent van de ondervraagden doet een voorraad bij de vestiging van een bakkersbedrijf, 39 procent haalt brood en broodjes bij een bakker. bakkerijwinkel in de supermarkt, 32 procent koopt ze bij Discounters als Aldi, Lidl en Penny, en 8 procent
haal de ontbijtingrediënten bij het tankstation. Er waren meerdere antwoorden mogelijk in de enquête).

Lees verder

De hoogste tijd voor gebraden gans breekt aan

Binnenlands aanbod lager dan 2003

Traditioneel wordt in dit land gebraden gans geserveerd, vooral in de laatste twee maanden van het jaar. Het aanbod uit binnen- en buitenland concentreert zich dan ook op deze tijd. In totaal trekken jaarlijks ruim zes miljoen ganzen naar de braadoven in Duitsland. Dit seizoen zal de binnenlandse ganzenproductie naar verwachting lager zijn dan in 2003, maar deze draagt ​​sowieso slechts een klein deel bij aan het marktaanbod; De afgelopen jaren is ongeveer 4.000 ton afkomstig uit de binnenlandse productie. De zelfvoorzieningsgraad op het gebied van ganzenvlees ligt in Duitsland net onder de 13 procent.

De binnenlandse ganzenproductie zal dit keer waarschijnlijk ruim tien procent lager zijn dan vorig jaar. In ieder geval zijn de eerdere ontsporingscijfers, die cruciaal zijn voor het Duitse aanbod aan het einde van het jaar, in deze mate gedaald. Het is echter niet te zeggen of alle 1,04 miljoen kuikens die in augustus in dit land zijn uitgekomen, ook in Duitsland zullen worden vetgemest.

Lees verder

Vooruitblik op de landbouwmarkt van november

Een deel van de vraag neemt al toe

De komende weken zal de vraag op de Duitse landbouwmarkten in sommige gebieden gestimuleerd worden door de naderende kerstvakantie. Vooral voor rund- en kalfsvlees kunnen de eerste voorbereidende aankopen al worden verwacht. Er zijn ook seizoensstijgingen in de verkoop van pluimvee, eieren en diverse zuivelproducten. De handel in aardappelen en graan verloopt daarentegen vlot. De verwachting is dat de prijzen voor jonge stieren en kalveren, gevogelte, kaas en magere melkpoeder in november stabiel tot stevig zullen zijn. De prijzen voor slachtkoeien en varkens zullen waarschijnlijk zwak zijn. De vraag naar eieren blijft op een laag niveau, net als die naar aardappelen en graan. Vaste prijzen voor jonge stieren en kalveren

Het aanbod jonge stieren is nog niet al te uitgebreid en wordt vlot geaccepteerd door de slachterijen, zeker omdat in november de eerste aankopen ter voorbereiding op Kerstmis worden verwacht. De hervorming van het landbouwbeleid blijft echter een onzekere factor. Het is denkbaar dat de vleesmesters dit jaar meer jonge stieren laten slachten om nog een laatste keer te kunnen profiteren van de slachtbonus. Om het aanbod gelijk te trekken en zo prijsdalingen aan het einde van het jaar te voorkomen, komt er een overgangsregeling op het gebied van de speciale premie voor jonge stieren: Runderen die in aanmerking komen voor de premie kunnen waarschijnlijk nog worden geslacht met een slachting. premie in de eerste twee maanden van volgend jaar. Het ZMP verwacht in november een prijsniveau van circa 3 euro per kilogram slachtgewicht voor jonge stieren in de vleeshandelsklasse R2,70. Dat zou ongeveer 40 cent meer zijn dan een jaar geleden.

Lees verder

Beschuldigingen van Foodwatch zijn zinloos

De Groenen: De oppositie is onverantwoord als het gaat om diermeel

Ulrike Höfken, woordvoerster van landbouw- en consumentenbeleid, en Friedrich Ostendorff, voorzitter van de Commissie voor Consumentenbescherming, Voeding en Landbouw, lichten het advies in de Consumentencommissie over de beschuldigingen van Foodwatch over de verblijfplaats van grote hoeveelheden vlees- en beendermeel toe:

De beschuldigingen van de organisatie “Foodwatch” zijn ongegrond en gebaseerd op een onjuiste beoordeling van de statistieken. Deze beoordeling werd gedeeld door alle fracties in de verantwoordelijke technische commissie nadat de beschuldigingen in detail waren besproken. Foodwatch stelde dat er onduidelijkheid bestond over de verblijfplaats van grote hoeveelheden diermeel en ging ervan uit dat dit diermeel illegaal als veevoer zou kunnen worden gebruikt. Uit de hoorzitting met deskundigen van het federale ministerie van Consumentenzaken is gebleken dat de verblijfplaats van al het diermeel is bewezen en dat er geen hiaten zijn. Of de staten mogelijk controletekorten hebben, wordt echter nog onderzocht.

Lees verder

De biggenproductie levert weinig winst op

Oost-Duitse bedrijven in een kostencrisis

De afgelopen jaren hebben veel zeugenhouders in Duitsland de biggenproductie moeten opgeven: in mei 2004 waren er landelijk nog maar 35.300 zeugenhouders, twaalf procent minder dan in 2003 en bijna 45 procent minder dan in 1996. Het totale aantal is echter van de fokzeugen in Duitsland is de afgelopen jaren slechts iets kleiner geworden. De overige bedrijven houden dus meer fokzeugen aan. Had een gemiddeld fokkerijbedrijf in 1996 nog maar zo’n 40 zeugen op stal, in 2004 waren dat er al zo’n 71 dieren. Er zijn grote verschillen tussen West- en Oost-Duitsland: in het voormalige federale grondgebied staan ​​gemiddeld 61 fokzeugen op stal, in de nieuwe deelstaten gemiddeld 261 dieren per bedrijf.

Ondanks de voortgaande structurele aanpassingen is een kostendekkende biggenproductie in de nieuwe deelstaten de afgelopen jaren nauwelijks mogelijk geweest: volgens onderzoeken van het ZMP, dat zich richt op middelgrote bedrijven, brachten biggen in 2002 een gemiddelde opbrengst van 03 euro per dier op. Oost-Duitsland in het verkoopseizoen 48/35. Tegen deze inkomsten stonden alleen al kosten van circa 21 euro per big voor voer, energie en dierenartskosten. Daarnaast waren er de zogenaamde vaste kosten voor loon, onderhoud en afschrijving van zo’n 56 euro per dier. Dit betekent dat de totale uitgaven zo'n 2002 euro bedroegen, zodat de Oost-Duitse bedrijven in 03/XNUMX een tekort van ruim zeven euro per big noteerden.

Lees verder

QS feliciteert succesvolle handbalsters

CMA verlengt de sponsoring van het Duitse nationale team

Na 1.264 interlands namen Stefan Kretzschmar, Volker Zerbe, Christian Schwarzer, Klaus-Dieter Petersen en Marc Dragunski op 19 oktober 2004 afscheid van het Duitse nationale handbalteam. De toeschouwers genoten na de laatste interland van de vijf atleten in de uitverkochte Ostseehalle in Kiel van evenveel worstjes. De nederlaag van 31:32 tegen de Zweden werd door het braadworstplezier bijna vergeten. De CMA Centrale Marketing-Gesellschaft der deutsche Agrarwirtschaft mbH, hoofdsponsor van het Duitse nationale handbalteam, doneerde de volgens het QS-systeem geproduceerde worsten.

Lees verder

Er werden meer runderen en kalveren geëxporteerd

Maar er wordt meer rundvlees geïmporteerd

De Duitse buitenlandse handel in vee en vlees van deze dieren ontwikkelde zich in de eerste helft van 2004 inconsistent: volgens het Federale Bureau voor de Statistiek vertoonde met name de lokale export van levend vee een sterke groei. Ze stegen met 40 procent naar ruim 116.600 dieren. Met name de export van vee naar niet-EU-landen is aanzienlijk gestegen; De belangrijkste klant was Libanon. Ook de export van kalveren steeg in de eerste zes maanden van dit jaar merkbaar, met bijna 19 procent naar bijna 309.000 stuks. Van de 173.800 dieren ging 56 procent alleen naar Nederland. Duitsland leverde 53.700 kalveren of 17 procent aan Italië.

De gedocumenteerde import van kalveren is in de rapportageperiode met ruim 30 procent gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar tot 112.900 dieren. De belangrijkste leverancier is nog steeds Polen; Met 81.250 stuks kwam bijna driekwart van alle in de Bondsrepubliek geïmporteerde kalveren daar vandaan. De Duitse import van vee is van weinig belang; in totaal waren er iets minder dan 7.600 dieren.

Lees verder

Huidige ZMP markttrends

Vee en Vlees

In de derde volle week van oktober was de situatie op de slachtveemarkt stabiel. De producentenprijzen voor jonge stieren stegen in sommige gevallen licht omdat er slechts een beperkt aantal dieren beschikbaar was. Volgens een voorlopig overzicht behaalden de producenten van jonge stieren in de vleeshandelsklasse R3 wekelijks gemiddeld 2,71 euro per kilogram slachtgewicht, een cent meer dan de week ervoor. De producentenprijzen voor slachtkoeien bleven onveranderd; Klasse O3-koeien brachten landelijk gemiddeld 1,98 euro per kilogram slachtgewicht op. Ook de rundvleesprijzen lagen rond hetzelfde niveau als vorige week. Er werden vooral frontvlees en verwerkte goederen op de markt gebracht. De export werd moeilijker en de rundvleesprijzen daalden in sommige gevallen. – De komende week zullen de producentenprijzen voor jonge stieren waarschijnlijk stabiel tot stevig blijven; De verwachting is dat de prijzen voor slachtkoeien op het huidige niveau zullen blijven. – Er was nauwelijks verandering in de producentenprijzen voor slachtkalveren. De prijzen voor kalfsvlees ontwikkelden zich daarentegen anders: op de groothandelsmarkt in Berlijn daalden de prijzen grotendeels, in Hamburg bleven ze op het niveau van de week ervoor. – Bij voldoende aanbod van productieve kalveren konden de prijzen zich maar net staande houden of waren ze in sommige gevallen zelfs zwakker.

Lees verder

Zimbo heroriënteert zichzelf

“Concurrentie vereist nieuwe structuur”

Zimbo wil zich met branchespecifieke bedrijven aanpassen aan veranderende marktomstandigheden. Dit is het antwoord van het bedrijf op het feit dat, met de uitgebreide EU sinds mei 2004, vooral Oost-Europese vlees- en worstproducenten met een aanzienlijk goedkopere kostenstructuur de markt op zijn gegaan.

Om zich aan te passen aan de toegenomen concurrentie en om de Europese groeistrategie voort te zetten, herschikt RZ-Zimmermann GmbH & Co. Holding KG zichzelf vanaf 1.1.2005 januari XNUMX. Volgens het bedrijf is dit bedoeld om een ​​groot aantal processen te optimaliseren en noodzakelijke personele aanpassingsmaatregelen door te voeren.

Lees verder

Het aanbod bij de schoolkiosk behoeft verbetering

Initiatieven van docenten, ouders en leerlingen zijn nodig

Vooral oudere studenten hebben geen zin meer om de lunch van huis mee te nemen en kopen liever iets om onderweg te eten. Sommige mensen geven het geld dat ze meenemen uit aan snoep, speelgoed, snoep of soortgelijke spullen op weg naar school. Als de honger toeslaat tijdens de schoolochtend, hebben ze niets of geen gezonde, vullende snack bij zich om hun energievoorraad aan te vullen, zodat ze tot het einde van de les fit en productief blijven. Een schoolkiosk, snackbar of cafetaria op school kan de voedselsituatie voor leerlingen verbeteren. Voorwaarde is dat het aanbod van voeding gebaseerd is op een evenwichtige, gezonde voeding en een alternatief biedt voor de kiosk op de hoek. Met een beetje inzet van leerlingen, leerkrachten en ouders kan een van de volgende modellen worden geïmplementeerd: Het conciërgemodel: Op veel scholen is het gebruikelijk dat de conciërge een kleine kiosk beheert. Maar er is vaak maar heel weinig dat gezond is en lekker smaakt. Ouders, leerlingenvertegenwoordigers en de schoolleiding moeten samenwerken met de conciërge om een ​​gezond goederenaanbod samen te stellen. Voordeel: In zo’n groep kan iedereen zijn of haar interesses en ideeën inbrengen. Het professionele leveranciersmodel: Hier verkopen bepaalde bedrijven met hun eigen medewerkers een uitgebreid assortiment in verkoopcontainers op het schoolplein. Deze oplossing kan praktisch zijn omdat de exploitant alles organiseert, verkoopt en de voorschriften van de voedselcontroleautoriteiten kent. Het aanbod voldoet echter vaak niet aan de eisen voor gezonde pauzemaaltijden. Het oudermodel: Op enkele scholen hebben geëngageerde ouders, in overleg met de schoolleiding en eventueel na oprichting van een vereniging, de schoolmaaltijden op zich genomen. Zoals bij alle vrijwilligersfuncties rijst hier de vraag: Zullen er op de lange termijn voldoende vrijwilligers zijn? Het leraar-leerlingmodel: Hier zijn docenten en studenten primair verantwoordelijk. Natuurlijk brengt zo’n kiosk veel werk met zich mee voor alle betrokkenen, maar het is ook een waardevolle reis. Cursussen of lessen in huishoudkunde kunnen bijvoorbeeld een volwaardig ontbijt afwisselen. Het voordeel is dat de studenten betrokken zijn en inspraak hebben in het aanbod.

Bij alle modellen is het zinvol dat studenten actief participeren in de organisatie en uitvoering. Veel praktijkvoorbeelden op scholen maken het duidelijk: iedereen die de ontbijtsituatie op school wil verbeteren, kan dat doen. Algemene uitspraken dat “de schoolsituatie ons niet toestaat elke dag een gezond ontbijt aan te bieden” zijn slechts vooroordelen. Begin met kleine stapjes, bijvoorbeeld als onderdeel van een projectweek of een schoolfestival. Vervolgens kunt u zich richten op het uitbreiden van het project en het vinden van bondgenoten onder leerlingen, docenten en ouders. En als alles soepel verloopt, voorkomen regelmatige activiteiten tekenen van vermoeidheid.

Lees verder